Terug “Structureel overwerk is voor werknemers én werkgevers een lose-lose-situatie”

“Structureel overwerk is voor werknemers én werkgevers een lose-lose-situatie”

Opinie: #1jaartelewerk en #hybridewerken

Een recent rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) toont aan dat structureel overwerk nefast is voor onze gezondheid. In 2016 stierven wereldwijd maar liefst 745.000 mensen aan hartproblemen als gevolg van lange werkweken. Vooral op het vlak van hartziektes en beroertes is er een duidelijk oorzakelijk verband. Nu het hybride werken meer dan ooit om flexibiliteit zal vragen, moeten we dringend lessen trekken uit die cijfers, vindt Lode Godderis. Overwerk moet zeker kunnen, maar mag nooit de norm zijn. En dat niet enkel om gezondheidsredenen: lange werkdagen maken ons niet productiever, integendeel. Lode Godderis is CEO van externe preventiedienst IDEWE en hoogleraar Arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven. Hij werkte mee aan het rapport en is voor dit topic WHO-woordvoerder voor Europa.

Waarom we het WHO-rapport over de gevolgen van overwerk heel ernstig moeten nemen

Structureel overwerk brengt onze gezondheid ernstige schade toe. Dat is de hoofdconclusie van een net verschenen rapport1 van de WHO, waar ik zelf ook aan meewerkte. Vooral op het vlak van hartziektes en beroertes is het rapport kristalhelder: vanaf een werkweek van meer dan 55 uur is er een klinisch relevante verhoging van het risico op sterfte door ischemische hartziektes – veelal hartinfarcten. In 2016 werkten ongeveer 479 miljoen mensen lange werkweken, en maar liefst 745.000 van hen lieten daardoor het leven. Ook de kans op een beroerte stijgt significant bij werkweken vanaf 49 uur en nog meer vanaf 55 uur. Bovendien blijkt dat mensen die langere dagen kloppen, ook meer alcohol drinken.

Een betere aanleiding om vraagtekens te plaatsen bij de status van overwerk in onze #workworkwork-maatschappij, kan je niet bedenken. Lange dagen kloppen wordt immers nog vaak als een deugd beschouwd. Test het gerust zelf: vraag aan een aantal willekeurige collega’s of kennissen of ze het druk hebben, en het antwoord zal bijna altijd ‘ja’ zijn. Want wie niet constant #drukdrukdruk lijkt, lijkt overbodig.

 

“In het hybride werken wordt het risico op structureel overwerk groter dan ooit”

 


En dat is een hardnekkige misvatting waar we dringend vanaf moeten. Eerder dit jaar toonde eigen onderzoek van IDEWE al aan dat 15% van de werkende Belgen sinds de telewerktrend meer verstoring van de work-life-balans ervaart en dat de helft zich uitgeput voelt. En nu het hybride werken van telewerk een echte blijver maakt, met alle flexibiliteitsverwachtingen van dien, is het risico op structureel overwerk groter dan ooit. Werkgevers die zich bekommeren om het welzijn van hun werknemers én om hun eigen continuïteit, houden daar dus best rekening mee in hun bedrijfsbeleid. Ik pleit er al langer voor om het nieuwe werken niet als vanzelfsprekend te beschouwen, en het doorbreken van de overwerkcultus is daar een heel belangrijk onderdeel van.

Maar hoe wegen we dan het belang van ‘welzijn’ af tegen dat van ‘productiviteit’? Gelukkig hóéven we dat helemaal niet te doen. Want ook dat werknemers die lange dagen kloppen meer en beter werk afleveren, is een mythe die al lang is ontkracht. Overwerk is op langere termijn voor iedereen – ook de werkgever – een pure lose-lose-situatie. Vergelijk het met een sporter: er was een tijd waarin ‘meer trainen = beter presteren’ het motto was. Vandaag weet elke coach en atleet dat het vooral draait om juist trainen. Dat rust en ontspanning minstens even belangrijk zijn als inspanning, niet enkel voor hun recuperatie maar evengoed voor hun mentale welzijn.

Helaas hebben veel werkgevers en werknemers die omslag nog niet gemaakt. Terwijl het zonneklaar is: op een werkdag van acht uur, met voldoende pauze tussendoor, lever je beter werk af dan wanneer je tien uur doordoet. Bovendien begin je met een frisser hoofd en twee uur voorsprong aan je privéleven. En hoe langer een van beide situaties aanhoudt, hoe groter dat verschil in kwaliteit, efficiëntie en welzijn wordt, want overwerk is op de lange termijn een erg uitputtende vicieuze cirkel.

 

“Het is in ieders belang dat organisaties die overwerk tot statussymbool blijven verheffen, snel het licht zien”

 

 

Is overwerk dan volkomen taboe? Uiteraard niet. We mogen van mensen blijven verwachten dat ze de nodige flexibiliteit aan de dag leggen, bijvoorbeeld bij harde deadlines. Zolang de workload op de langere termijn evenwichtig blijft, is er geen vuiltje aan de lucht. Waarom daags na een avondje doorwerken niet wat eerder stoppen om de kinderen extra vroeg van school te halen bijvoorbeeld? Dat is flexibiliteit waar iedereen beter van wordt, en die komt van twee kanten.

 

Hoewel elke werknemer hier voor zichzelf een rol in te spelen heeft, spreekt het voor zich dat ook werkgevers een enorme verantwoordelijkheid dragen. Gelukkig neemt het overgrote deel van de werkgevers die ernstig. Zij scheppen binnen hun hybridewerken-beleid ook best het juiste kader rond overwerk, waarin iedereen weet welke flexibiliteit je wel en niet van hun verwacht. Het is daarbij ook belangrijk om te sensibiliseren rond de risico’s van lange werkdagen, en om de drempel om aan de alarmbel te trekken als iemand het gevoel heeft dat het too much wordt, te verlagen.

En voor de organisaties die overwerk ondanks alles hardnekkig tot statussymbool blijven verheffen, hoop ik van harte dat ze snel het licht zien, in ieders belang. Dat zoveel mensen vervroegd sterven aan een hartaanval die mee is veroorzaakt door lange werkdagen, is toch iets wat niemand de dag van vandaag nog mag aanvaarden?

- Lode Godderis , CEO van IDEWE (dienst voor externe preventie), hoogleraar Arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven en WHO-woordvoerder inzake dit rapport voor Europa