Terug “De Welzijnswet was visionair"

“De Welzijnswet was visionair"

- Gezonde werknemers | Veilig aan de slag

Expert Lode Godderis

CEO IDEWE

25 jaar Welzijnswet: ex- en huidig CEO IDEWE blikken terug en vooruit in dubbelinterview

In 1996 werd de Welzijnswet van kracht. Die veranderde de manier waarop we over welzijn op de werkvloer denken voorgoed, en schudde het preventielandschap grondig dooreen. Om de 25e verjaardag van deze mijlpaal te vieren, lieten we twee medische specialisten die de wet door en door kennen er hun licht op schijnen: Simon Bulterys was van 1991 tot 2020 CEO van IDEWE en maakte de invoering van de wet vanop de eerste rij mee. Zijn opvolger Lode Godderis, met twintig IDEWE-jaren als directeur Kennis, Informatie en Onderzoek in zijn rugzak, is als geen ander geplaatst om de impact van de wet op de huidige en toekomstige uitdagingen op preventievlak in te schatten. “Dat we al jaren beseffen dat ook bedienden risico’s lopen op gezondheids- en welzijnsklachten, is te danken aan de Welzijnswet.”

Eerst en vooral, wat is die Welzijnswet precies? 
Lode: “Bij het grote publiek zal de wet hoogstens een belletje doen rinkelen, maar ze heeft een heel grote impact gehad op preventie en dus op het welzijn van zowat alle werkende Belgen. De Welzijnswet heeft elke onderneming immers verplicht om een welzijnsbeleid te voeren en te integreren in haar volledige management, met de hulp van een externe preventiedienst. Vandaag een evidentie, maar destijds niks minder dan een revolutie.”

Hoe was de situatie dan vóór de wet in werking trad?
Simon: “Daarvoor moeten we terug naar de sixties. De economie was al een hele tijd aan het boomen, maar dat bracht een hoog aantal arbeidsongevallen en beroepsziekten met zich mee die een gigantische economische kost vertegenwoordigden. En dus introduceerde men de veiligheidschef en de arbeidsarts in de onderneming, deze laatste vooral via de zogeheten interbedrijfskundige dienst. Op het vlak van veiligheid en medische gezondheid werd toen vooral voor arbeiders al grote vooruitgang geboekt.” 


“Werk was werk, en of dat aangenaam verliep, was van geen tel. 
Ook dat inzicht is dankzij de Welzijnswet gekeerd.”
-    Simon Bulterys, ex-CEO IDEWE

“Bedienden waren al die tijd helaas onder de radar gebleven. Gaandeweg groeide gelukkig toch het besef dat bureauwerk eveneens zijn uitdagingen heeft op welzijnsvlak, ook fysiek. Het beeldschermwerk dat begin jaren 90 zijn intrede deed, deed ons alvast de klik maken dat ook bedienden goed moesten worden begeleid op vlak van fysieke gezondheid, maar stress- en andere psychosociale factoren bleven een blinde vlek. Kort door de bocht: werk was werk, en niemand hield zich bezig met de vraag of de job in aangename omstandigheden verliep. Vergeet niet dat we spreken over een tijd waarin de HR-dienst zoals wij die vandaag kennen, gewoonweg niet bestond. De politiek had een heel aantal van die uitdagingen in de gaten en zag het belang van een kentering in. Zo is de Welzijnswet ontstaan.”

Met het inzicht dat ook bedienden nood hebben aan preventie hebben we al een eerste grote realisatie besproken. Welk heel tastbaar succes komen jullie nog spontaan voor de geest? 
Lode: “Simon zei daarnet al wat een ongelooflijk probleem de arbeidsongevallen waren geworden, we dreigden een hele generatie op te offeren voor economische groei. Dat aantal hebben we ondertussen sterk teruggedrongen dankzij de enorme stappen die we hebben gezet op het vlak van risicoanalyse. Niet alleen op technisch vlak, maar ook op gedragsvlak, inclusief het gedrag waarmee je ánderen in gevaar brengt. Allemaal zaken waar vroeger nauwelijks bij stilgestaan werd. In die zin kan je gerust stellen dat heel wat mensen, zonder dat ze het beseffen, hun leven te danken hebben aan de Welzijnswet.”

De sector van de externe preventiediensten hebben een grote rol gespeeld bij het implementeren van de Welzijnswet, maar de wet heeft ook de sector zelf stevig dooreengeschud. 
Simon: “Absoluut, en dat in de goede zin. Vóór 1996 deden veel organisaties hun preventie met interne diensten of met kleine arbeidsgeneeskundige diensten. Dat kon allemaal toen arbeidspreventie nog een heel eng begrip was, maar naarmate er meer en meer expertise nodig was, konden de kleinere diensten dat brede palet aan diensten niet aanbieden. Arbeidspreventie is – gelukkig – een enorm uitgebreid en snel evoluerend expertiseveld geworden dat je enkel als grotere externe preventiedienst kan bijbenen. De wet heeft ook nieuwe beroepen gecreëerd, zoals psychosociale preventieadviseurs en preventieadviseurs arbeidshygiëne en ergonomie.  


“Vroeger waren veiligheidschef en arbeidsarts concurrenten van mekaar. 
Vandaag verstérken ze elkaars werk.”
- Lode Godderis, huidig CEO IDEWE


Lode: “De wet heeft ook een aantal systeemfouten rechtgezet. Vroeger had je in een bedrijf een veiligheidschef en arbeidsarts. Door de manier van samenwerken die de vroegere wetgeving oplegde, waren ze onvermijdelijk concurrenten van elkaar, dat was gewoon om ruzie vragen. De Welzijnswet heeft dat rechtgetrokken: vandaag draait het om uitwisseling van ideeën en het versterken van elkaars werk.”

Simon: “De Welzijnswet heeft bovendien de destijds zeer fragmentarische markt van de externe preventiediensten doen samensmelten in grotere diensten die alle expertise in huis hebben. Je kan je vandaag eigenlijk geen enkele probleemsituatie voorstellen die IDEWE niet kan oppakken. Die evolutie heeft de sector en IDEWE uiteraard geen windeieren gelegd, maar de uiteindelijke winnaars zijn toch vooral de werkgevers, groot en klein,  én de werknemers die veel kwaliteitsvollere preventie krijgen. 

Lode: “Dat onze sector vandaag zo evidence-based werkt, is ook te danken aan de Welzijnswet. Die heeft ons immers doen realiseren dat gezondheid een kost heeft. De hele geneeskunde werkt tegenwoordig evidence-based, maar voor preventie is dat minder evident. Hoe beter je werkt, hoe overbodiger je jezelf immers maakt. Constant onze meerwaarde aantonen is dus een hele uitdaging geworden. In dat kader ben ik enorm trots op de ijzersterke onderzoeksafdeling die IDEWE heeft uitgebouwd. Die kent in de sector zijn gelijke niet.”

Zijn er ook zaken waar de wet niet in geslaagd is? 
Lode: “Geen enkele wet is perfect, maar ik maak me sterk dat onze sector veel van de gaten zelf heeft ingevuld. De wet voorzag bijvoorbeeld niet in opvolging na ziekte. Met andere woorden: wie ziek werd, bleef thuis en werd vervolgens niet meer opgevolgd. Preventiediensten hebben die problematiek zelf gespot en aangepakt en uiteindelijk is er een gedetailleerde wetgeving gevolgd. Dat heeft een grote impact gehad op de gezondheid van de werknemers en de retentiecijfers van de werkgevers – een cruciale factor in de hedendaagse arbeidsmarkt.”

“De wetgeving zou zich meer moeten richten op het scheppen van een kader in plaats het voorschrijven van details.”
- Simon Bulterys

Simon: “Je mag ook niet uit het oog verliezen dat een wet maar een wet is. Het is aan de verschillende actoren om die ook in goed preventiebeleid om te zetten. Bovendien duurt het een tijd eer inzichten effectief in een wet gegoten worden, en dat is toch een uitdaging. Wij geloven er bij IDEWE bijvoorbeeld sterk in dat we uit het carcan van de pure werkgever-preventiedienstrelatie moeten kunnen stappen naar het breder maatschappelijk veld om werknemers nóg beter te helpen. In een ideale wereld wisselen de preventieve en curatieve sector de nodige gegevens met elkaar uit, maar de overheid faciliteert dat vandaag totaal niet. Terwijl je een uitdaging als re-integratie, bijvoorbeeld na Long COVID, echt binnen én buiten de werksituatie moet opvolgen, samen met de huisarts dus. Wij wéten dat, maar kúnnen dat niet. We hebben bijvoorbeeld geen toegang tot e-health, terwijl dat in veel gevallen in het voordeel van de patiënt zou zijn.”

“Het werk is nooit af: ik droom van een toekomst waarin we elke Belg, 
los van statuut en werkplek, kunnen helpen.”
- Lode Godderis

“Daarom zou moderne wetgeving zich meer moeten richten op het scheppen van een kader in plaats van alle details te willen voorschrijven, want dat fnuikt alle flexibiliteit. Wij hebben de expertise, de kwaliteitscontrole en regulering staan ook op punt, dus wij kunnen binnen zo’n kader perfect the right thing doen met alle respect voor de privacy. De absolute prioriteit moet de toegevoegde waarde zijn voor werkgever en werknemer. Dat besef groeit wel hoor, er is zeker al vooruitgang geboekt. Ik herinner me de tijd van het ARAB, het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, die schreef zelfs voor hoe breed een deuropening moest zijn en hoeveel toiletten je moest voorzien per zoveel medewerkers. De modernere KB’s zijn al meer kaderscheppend, maar er is zeker nog ruimte voor vooruitgang: de teksten over re-integratie en het psychosociale domein zijn bijvoorbeeld ellenlang en zeer technisch, enkel een vakspecialist kan daaraan uit.” 

Hoe zien jullie de toekomst van preventie? 
Lode: “Het werk is nooit af, en dus ligt er nog heel wat werk op de plank voor sector én overheid. Organisaties doen bijvoorbeeld steeds meer een beroep op freelancers, maar wij mogen enkel zorgen voor mensen in een werknemersstatuut. Dat moet echt veranderen. En wat Simon daarnet zei over re-integratie gaat ook op algemeen niveau een uitdaging worden: zeker nu thuiswerk zo ingeburgerd is, is de grens tussen werkvloer en thuis helemaal vervaagd. Ik droom van een toekomst waarin we iedereen die in België werkt, los van statuut en werkplek, kunnen helpen. En daarvoor zal toch een oplossing moeten gevonden worden voor de versplintering van bevoegdheden: wij vallen onder FOD Werkgelegenheid & Arbeid, een overheidsdienst die inhoudelijk eigenlijk niet zorggerelateerd is, en daarnaast heb je de FOD Volksgezondheid, terwijl de verschillende regionale overheden bevoegd zijn voor zaken als woonzorgcentra en vaccinaties. Dat creëert veel ruis. De coronacrisis is wat dat betreft wel een eyeopener geweest, zowel voor de overheid als voor onze sector.”

Simon: “Maar dat neemt allemaal niet weg dat als je er vandaag op terugkijkt, de Welzijnswet voor zijn tijd visionair was. Ik ben nog steeds actief in de Europese Vereniging voor specialisten in de arbeidsgeneeskunde (UEMS OMS), en kan je verzekeren dat andere landen vandaag met grote ogen kijken naar wat we in België realiseren op het vlak van arbeidspreventie.”

Lees hier meer over (de geschiedenis van) de welzijnswet.

Blijf altijd op de hoogte: schrijf je in op de IDEWE-nieuwsbrief

 

Met duiding van autonome experts, én in heldere taal!

Blijf mee met alle ontwikkelingen in welzijn & preventie

Ontvang als eerste updates rond wetswijzigingen